Vandaag was het de beurt aan Jan Lodder, 30, Peter Kranenburg, 25, Karel Wessel, 25 en Thijs ’t Hart, 30.
In de eerste ronde mochten Jan en Peter het tegen elkaar opnemen. Jan had ergens bijles ( volgens hemzelf van Gerbrand) gehad en flink geoefend. Zodoende moest hij er 30. En hij speelde keurig zijn gemiddelde. Tenminste: tot een beurt of 15. Toen zakte het in bij Jan en was Peter net warmgedraaid. Een driepunter zat er niet meer in. En Peter was in 36 beurten uit.
De 2e partij was tussen Thijs en Karel. Of het nu de zenuwen waren of iets anders, ik weet het niet maar het was in het begin een regelrecht poedelfestival. Thijs zette zachtjes de radio aan en Karel draaide warm en de poedels dropen af. Karel hoefde er nog maar twee maar had in zijn achterhoofd dat zijn moyenne herberekend zou worden dus hij stofte de poedels maar weer af. Dus in beurt 25 maakte hij zijn laatste punt.
De 3e pot was tussen Jan en Karel. Er was wat gedoe over de krijtjes, blijkbaar had Jan zijn naam er op gezet en maakte hij luid en duidelijk kenbaar dat Karel er af moest blijven. Karel had er de gang in en won weer een driepunter.
De 4e partij was tussen Thijs en Peter. Jan en Kees hadden ondertussen bedacht dat het leuk zou zijn om mij op een biertafel met een ouderwetse typemachine het verslag te laten schrijven. Het geluid van het tikken en het tringeltje aan het einde van een zin leek hen een welkome aanvulling op de biljartgeluiden. Ik heb er vriendelijk voor bedankt… Ondertussen ging de partij door, al was het een matig gebeuren met veel poedels. Uiteindelijk zagen beiden het licht en hing de driepunter in de lucht. Na een twijfeling of de laatste bal van Thijs raak was werd hij toch tot winnaar uitgeroepen met 3 punten.
De 5e partij was tussen Jan en Thijs. Er was nog niets beslist, behalve dat Karel met 6 punten al zo ongeveer verzekerd was van de halve finale. Jan kon niks meer winnen en speelde vrijuit met een serie van 9 in de 2e beurt. Hoewel…. als hij deze won en Karel zijn pot tegen Peter zou winnen dan was er nog een kansje. Jan haalde alles uit de kast en won de pot in precies 29 beurten dus een driepunter.
De laatste pot moest de beslissing brengen. Karel was al door, maar alle drie de anderen maakten ook nog kans. Als Peter zou winnen was hij door maar als hij zou verliezen en wel een punt zou verdienen dan moest er volop gerekend worden. Het publiek was niet onder de indruk van de spanning en manifesteerde zich nadrukkelijk met een hoop herrie. De deelnemers en een paar uit het publiek hoopten op een rookpauze van de herrieschoppers. Beiden speelden netjes hun gemiddelde ondanks vele poedels. Peter moest er nog twee maar kon dat maar met 2 ballen, de gele hield hij niet op het biljart.
Peter maakte er een zootje van en dus gaf Lammert een prachtige demonstratie van zijn uitgebreide vocabulaire. En alle twee moesten ze er nog eentje, de 30 beurten waren voorbij maar ze maakten die laatste maar niet. Peter maakte zijn laatste in beurt 32 en mocht samen met Karel door naar de halve finale
